Wil Dries ontvangt koninklijke onderscheiding

Ons erelid Wil Dries ontving een koninklijke onderscheiding. Op 26 april werd ze in Woensdrecht verrast door vrijwilligers van Ontmoetingscentrum De Bunt en natuurlijk de burgemeester. De stichting De Bunt had Wil voorgedragen. Fit heeft dit van harte ondersteund: onder anderen door haar jarenlange inzet voor de atletieksport, bij AV Fit, bij vele andere verenigingen en bij de Atletiekunie, heeft die voordracht ook geleid tot een onderscheiding.

AV Fit heeft de aanvraag voor de koninklijke onderscheiding ondersteunt omdat Wil, erelid van onze vereniging, zich als trainster en kaderlid jarenlang heeft ingezet voor onze vereniging. Zij en haar man Hans Peter zijn allebei erg actief. Hans Peter was vicevoorzitter van Fit. Wil is in 1984 bij Fit de oprichter van de pupillentrainingen: haar eigen zoon was te jong voor de bestaande trainingsgroepen van Fit toen zij met hun gezin in 1984 naar Zeist verhuisden.

Het bestuur en de leden van Fit feliciteren Wil met deze erkenning van haar inzet en vrijwilligerswerk.

De volgende tekst verscheen eerder in het Jubileum Spijkertje bij het 60-jarig bestaan van Fit in 2001: "Wil Dries had al een heel atletiekleven achter de rug toen ze bij Fit kwam. Al op haar tiende begon ze bij AV Waterland in Landsmeer en bij Atos in Amsterdam. Na een verhuizing naar Alphen aan de Rijn werd ze trainer, een functie, die ze nadat ze in Zeist kwam wonen, snel weer oppakte. Wil Dries bekleedde bij Fit meer functies en was bij de K.N.A.U. actief als bestuurder. Hieronder beschrijft ze haar herinneringen aan de eerste stappen van de allerkleinste pupillen op de atletiekbaan van Fit.

 

“Het is voorjaar 1985 en een jongetje van zeven zit te huilen op de bank. Hij heeft maar één wens en dat is atletieken bij FIT. Maar hij heeft dikke pech, want voor hem is er geen plaats bij de Zeister atletiek vereniging.  Voor kinderen onder de tien jaar zijn daar geen trainingen.

Hoe we ook ons best doen hem op andere gedachten te brengen, diverse sporten onder zijn aandacht brengen en vertellen hoe leuk het is op gymnastiek, voetbal of judo; het is atletiek en het blijft atletiek voor hem.

Je kunt natuurlijk ook niet verwachten dat zo’n jong kond, die in zijn vorige woonplaats al een jaartje atletiek heeft gedaan, dat hij begrijpt dat dat nu niet meer mogelijk is. Te meer omdat zijn zies van tien wel aan de trainingen mee mag doen.

Wel gaat hij steeds mee naar de atletiekbaan als we zijn zus naar de trainingen brengen en dan langs de zijlijn staan te kijken hoe die “grote” kinderen lopen, werpen en springen.

En bij kijken blijft het natuurlijk niet, want in een mum van tijd is hij te vinden bij de verspringbak, waar hij telkens weer zijn aanloop uitprobeert en in zijn eigen “wereldrecord” verspringen verbetert. Of al hijgend en puffend (hij is nogal een dikkerdje) rondjes over de baan draaft.

Als moeder, die al heel wat jaartjes actief is als trainster en kaderlid  in de atletiek, kun je dat natuurlijk niet langs je heen laten gaan en ga je toch dieper graven naar de reden van het ontbreken van de jongste jeugd binnen deze vereniging. Het antwoord bleek eenvoudig, het ontbreekt simpelweg aan mensen die zich in willen zetten voor zo’n nieuwe groep kinderen. En omdat je  dan toch al je tijd op de baan kwijt bent voor de training van je oudste kind, besluit je om diezelfde tijd maar wat nuttiger te besteden en trainingen voor de kleintjes op te zetten. Uiteraard met de volledige toestemming van het toenmalige bestuur.

Binnen zeer korte tijd breidt het groepje zich uit. Andere broertjes en zusjes, vriendjes en vriendinnetjes, buurjongetjes en buurmeisjes vinden hun weg naar FIT. En al snel heeft de trainster een assistent nodig. Het balletje is gaan rollen en vanaf dat jaar is dat jong spul niet meer weg te denken.

Maar de aanwezigheid van veel jeugd binnen Fit vraagt natuurlijk ook om een duidelijk jeugdbeleid binnen de vereniging. Leidraad voor dat beleid is de filosofie van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie, waarin vooral speelsheid, plezier en verantwoorde belastbaarheid de boventoon voeren en waarin een rode draad loopt die, naarmate de leeftijd vordert, speelsheid omzet in training van techniek, snelheid, explosiviteit en kracht. Maar waarbij plezier in de atletiek altijd de boventoon voert. Andere belangrijke onderdelen van dat beleid zijn de opleiding van de trainers, de bijscholing en de begeleiding buiten de trainingen en naar wedstrijden.

En juist daar ontstaan anno 2001 de grootste problemen. Niet zozeer in de ideeën die ten grondslag liggen aan dit beleid, maar in de uitvoering ervan. Immers steeds minder mensen zijn bereid tijd vrij te maken als vrijwilliger voor de functie van trainer, begeleider of kaderlid. De concurrentie met betaalde arbeid wordt steeds groter en daartegenover staan de vergoedingen dit FIT kan bieden in de vorm van onkostenvergoeding, vergoeding van opleiding of trainerstegemoetkomingen op een onvergelijkbaar niveau.

Toch zal de jeugd de kurk zijn waarop de vereniging voor een groot deel drijft. Immers, de jeugd zorgt veelal voor aanwas in de vereniging. Kinderen brengen hun ouders mee op de baan, ouders worden benaderd voor een kaderfunctie, als jurylid, als begeleider of als hulp bij evenementen. En wie geniet er nou niet tijdens bijvoorbeeld de jaarlijkse clubkampioenschappen als je die aardige opa’s en oma’s langs de baan de verzuchting hoort slaken:  “Oh gut, dat grut”? “

Nieuws Archief Overzicht